Hoofd en bijzaken. Een levenslange zoektocht.

Het bestuderen van een partituren is ook het maken van keuzes uit hoofd en bijzaken. Vaak meerdere bijzaken. Uiteindelijk alles in balans brengen conform een idee is een boeiende studie.



Hoofd- en bijzaken

Het scheiden van hoofd- en bijzaken kan op verschillende manieren en heeft diverse dimensies. Het maken van een analyse van een partituur bestaat uit een structuur, een thematische, een ritmische en een harmonische analyse.

De Franse componist/dirigent Pierre Boulez omschreef het analyseren als volgt: ‘De eerste fase is gewijd aan een zo exact mogelijke inventarisatie van de muzikale feiten, de formele aspecten van het werk. Daarna volgt de ‘interpretatie van de compositorische wetten’ die aan de muziek ten grondslag liggen. Analyse is niet ‘de vruchten van een boom tellen of te beschrijven’; zonder naar de boom zelf te kijken en de bevruchtingswijze onder de loep te nemen zal het een nutteloze onderneming blijven’.

Het analyseren van een partituur is te vergelijken met parachutespringen. Vanaf grote hoogte ziet men weinig detail. Naarmate men meer neerdaalt op moeder aarde zullen vele details duidelijker worden. De partituur heeft een voorpagina met heel veel informatie. Naam van de componist, naam van de compositie.

Verder bladerend zal er steeds meer duidelijkheid komen over de inhoud van de gekozen partituur. Het zoeken naar de verklaring van de titel en subtitels, de orkestratie, het bepalen van de tempi etc. etc.

De zoektocht naar het verschil tussen hoofd- en bijzaken is een tijdrovende maar bovenal boeiende studie. Let wel: van elke partituur. Keuzes maken tussen en bepalen wat hoofd-  eerste, tweede en/of derde bijzaken zijn, kan bij vele dirigenten sterk verschillend zijn.

De kennis bijvoorbeeld van de stijl, de interpretatie van hetgeen geschreven staat, de frasering, de toonvorming, de klankgrootte, articulatie, mengklanken, harmonie, ritmiek, thema’s zijn allemaal onderdelen bij het vormen van het scheiden van hoofd- en bijzaken.

In vele partituren is het scheiden van hoofd- en bijzaken een zaak van voorspelbare  toepassing van compositorische elementen. Het voorspelbare kan ook een valstrik zijn. Bij een goede partituur is het zelden eenvoudig en voorspelbaar.

Een gedetailleerde toepassing van het scheiden van hoofd- en bijzaken kan een verbluffend resultaat opleveren indien men de detailwerking kent. Het louter en alleen maar sterker laten spelen van de hoofdmelodie is een te makkelijke en bovenal zwakke optie.

Het vakkundig scheiden van hoofd- en bijzaken geeft aan de uitvoering van een partituur perspectiviteit en in de meest ideale aanpak ook een eigen signatuur van de dirigent en zijn orkest. Het te weinig of nagenoeg niet scheiden van hoofd- en bijzaken geven de uitvoering een ‘platte’ weergave. ‘Iedereen wil voorin de bus zitten!’

Het is van groot belang als dirigent via de hierboven beschreven opties te komen tot het doelgericht, adequaat instuderen en interpretatief uitvoeren van een partituur.

In de praktijk blijkt dat nagenoeg elk orkest zich vrij snel ontwikkeld als men hen van meet af aan bij het instuderen van een partituur bewust maakt welke elementen hoofd- en welke elementen bijzaak zijn. Een orkest is in staat omdat vrij snel toe te passen. Het ligt aan het studieproces/repetitieproces dat vanaf de bok wordt toegepast.

Maak een orkest bewust van het scheiden van muzikale elementen, van begleidingsmotieven, van liggende akkoorden, van figuratieve elementen in het hout, van een cantus firmus, van geschreven en niet geschreven dynamieken, van geschreven en niet geschreven articulatietekens, van geschreven en niet geschreven tempoveranderingen, van contrasterende thema’s. Al deze zaken dienen vanaf het prille begin als kennis aanwezig te zijn bij de dirigent bij het instuderen met het orkest. Het is natuurlijk een volstrekt logische zaak dat er gaandeweg het repetitieproces diverse hierboven genoemde muzikale elementen bijgestuurd zullen/moeten worden.

Bij het beluisteren van diverse opnames van hetzelfde werk zullen diverse aspecten direct opvallen. De meest voor de hand liggende zijn de gekozen tempi en de dynamieken die men toepast. De klankgrootte, de transparantie.

Om meer en meer in het detail te luisteren zullen aspecten als frasering en de hierboven beschreven scheiding van hoofd- en bijzaken de luisteraar wel of niet boeien.

Stijlkennis is van groot belang. De vraagt rijst zeer snel: wat bepaalt dan nu wat men wilt horen en wat er uiteindelijk moet klinken?

De meeste componisten voorzien vele partituren maar ten dele van echte wezenlijke informatie. Een articulatieteken mist haar juiste uitwerking als men de stilistische toepassing niet kent. Een tempoaanduiding met metronoombecijfering zegt nog niet alles.

De bekende componist en grondlegger van de Tweede Weense School, Arnold Schönberg, zei ooit: ‘een metronoomcijfer heeft alleen waarde in de eerste maat van de compositie!’.

De samenstelling van een door de componist bedachte klankkleur, de instrumentatie, is ook maar ten dele toegespitst op wat men eigenlijk stilistisch wilt horen. Het is dan ook niet alleen een zaak van het scheiden van hoofd- en bijzaken maar het bepalen en toepassen van hoofd- en bijkleuren. De aanwezige mogelijkheden van een orkest zal een dirigent telkens inspireren welke belangrijke mengklanken hij wilt realiseren. Het ligt natuurlijk voor de hand dat met name bij amateurorkesten de aanwezige individuele mogelijkheden van de orkestleden (mede) bepalend zijn.

Toch is het de taak van een dirigent dat bij het bepalen van hoofd- en bijzaken, hoofd- en bijkleuren/klanken de stilistische en compositorische informatie op de eerste plaats staat. Jezelf telkens aanzetten tot die zoektocht behoort bij de attitude van een vakkundig dirigent.

De ruimte die de dirigent heeft (lees: krijgt) is eigenlijk vrij groot. Hoe meer stijlkennis hoe minder de ruimte! De ruimte is enorm rekbaar binnen de mogelijkheden van de interpretatie en de mogelijkheden van het orkest. Hiermee aan de slag gaan is een enerverende en boeiende bezigheid. Het maakt je muzikaal zeer rijk.

Veel studieplezier met deze boeiende zoektocht.

 

Alex S.

 

 

 

 

 

 


Terug



Deel het met uw vrienden!