Een goede melodie? Waar vind ik ze?

Stelling!
Het zeer regelmatig beluisteren en bekijken van goede melodieën versterkt je keuze bij het samenstellen van een programma/selecteren van goede muziek

A.

    Bron

1. Eigen compositie
2. Een bestaande melodie met veranderingen
3. Bestaande volksmelodie
4. Imitatie van een volksmelodie
5. Hymne
6. Religieuze melodie

B.

1. De definitie van een goede melodie.
2. de melodie bestaande uit voornamelijk secunde-intervallen en de roepterts, kleine terts
3. de melodie met grotere intervallen zoals kwart, kwint, sext en octaafsprongen
4. de melodie met de ‘gemene’ overmatige secunde
5. melodie vraagt om ‘vocaal’ te denken/musiceren.
6. De voorspelbare melodie. Het kinderlied met o.a. de ‘roepterts’
7. De gezochte compiano melodie. De zoektocht aan de piano en wat goed klinkt wordt de melodie
8. De melodie die vraagt om voor- en nazin
9. De melodie die spanning oproept en telkens onverwachte wendingen heeft
10. De melodie die anders afrondt dan verwacht
11. De melodie die bij herhaling verandert
12. De melodie die gaandeweg moduleert
13. De melodie die ‘vreemde’ intervallen heeft
14. De melodie die vraagt om een tegenmelodie
15. De melodie die alle volkse elementen heeft gekenmerkt door haar herkomst
16. Een melodie die niet begint en nergens naar toe gaat (Gamelan)
17. De melodie die iedereen op zijn minst 1x mag spelen en dan ook nog in wisselende toonsoorten. Het feest der herkenning!
18. De melodie die blijft hangen bij de luisteraars 

C.

1. Welk land heeft als kenmerk een sterke volkszangcultuur?
2. Welke gesproken taal ‘zingt’?
3. Wat wil je bereiken als dirigent met een goede melodie?
4. Wat wil je bereiken met een melodie met onlogische intervallen?
5. Van wie is die melodie?
6. Nemen we een melodie en gebruiken we die als basismateriaal. ‘Eine Feste Burg’ M. Luther
7. Nemen we een melodie en maken daarover een serie variaties. ‘Capriccio’ van N. Paganini
8. Nemen we een bekende melodie voor het feest der herkenning ‘Orgelsymfonie’ C. Saint Saëns
9. We nemen een melodie en zeggen niks en doen net alsof….!

Welke componisten grossieren in het bewerken van bestaande melodieën?

Johan de Meij/Klezmer Classics/Extreme Beethoven – Philipp Sparke/Between the two Rivers – James Barnes – James Curnow – Kevin Houben

1. Deden de symfonische componisten dat ook. Allemaal. Bach jatte bij zichzelf. Beethoven – Mozart – Brahms – Stravinsky etc. maar in het allerminst Claude Debussy. Hij had zijn eigen stelling. ‘Alle noten komen uit mijn muzikale fantasie’!
2. De absolute meerwaarde van het regelmatig programmeren van composities met goede melodieën. Het orkest leren/laten ervaren te ‘zingen’; gevoel voor het spelen van een frase/fraseren
3. Het orkest leren/laten ervaren dat er melodieën zijn met andere achtergronden
4. Het orkest leren/laten ervaren dat het karakteristieke van een melodie ook in de orkestratie sterk kan verschillen
5. Het orkest leren/laten ervaren in dialoog te gaan met een sterke tegenmelodie
6. Het orkest leren/laten ervaren dat een melodie met moeilijkere intervallen een kwestie van scholing en ontwikkeling is.
7. Het orkest leren/laten ervaren dat een schijnbaar makkelijke melodie met een begeleiding met harmonisch vreemde akkoorden een kwestie van scholing en ontwikkeling is. Voorbeeld: 5^e deel uit ‘Yiddish Dances’/A. Gorb. Tritonus in de baslijn
8. De kracht van het herhalen of mogelijk een tekort aan inspiratie en/of compositorisch vakmanschap
9. De melodie die de innerlijke voorstelling van het spelen van intervallen versterkt en ontwikkeld

Luisterfragmenten die de moeite waard zijn om te beluisteren! 

‘Bovenstaande luisterfragmenten zijn vrij gekozen met als doel een voorbeeld te geven vanuit de achtergrond van de gekozen melodie’